zondag 1 november 2020

En toen... Tegenstand (Bijbelmoment 4)

Dit is les 4 uit Nehemia. Deze keer hebben we het over tegenstand.

Inleiding 
Vraag of de kinderen weer helpen met het opbouwen van de stadsmuur. Zo daar wordt hard gewerkt. Ga naar de kinderen toe en vertel dat ze beter kunnen stoppen. Het is zoveel werk. Probeer ze de hele tijd af te leiden, maar ze laten zich niet afleiden. Ze gaan door met werken. Je mag best een beetje vervelend zijn, maar de een houdt je tegen en de ander werkt door. Zeg : Ik ga een brief sturen naar de koning, dan moeten jullie wel stoppen... Maar ze gaan onverstoorbaar verder.
Laat de kinderen weer gaan zitten. 

Kern 1 
Vertel het verhaal van Nehemia 4-6.
Het verhaal lijkt op wat de kinderen net gespeeld hebben. De joden die aan het werk zijn worden bespot door Sanballat en Tobia. Spottend zeggen ze : Pfff, wat denken ze wel, dat ze heel die verbrande en stoffige stenen weer tot een stevige muur kunnen maken? Ze kunnen wel bouwen zegt Tobia, maar als er vos komt, ligt de stenen muur zo weer kapot.
Maar wat doet het volk? Ze bouwen door. In Nehemia 4: 6 staat dat hun hart gericht was om te werken. En ondertussen bidden ze tot God en vertellen Hem van het spotten.
Sanballat en Tobia zien het. Ook de Arabieren, Ammonieten en Asdonieten komen bij de muur staan. Ze zeggen : Zullen we samen strijden tegen Jeruzalem? Wordt het nu nog gevaarlijker? Zouden ze door gaan met bouwen? 
Het volk bij de muur bidt. Ze zetten wachten neer, overdag en 's nachts. Ze staan daar met hun zwaarden, hun spiezen en bogen. Nehemia bemoedigt de bouwers. Hij zegt : Vrees niet! Denk aan de grote God en strijd. De vijanden zijn teleurgesteld als ze zien dat ze gewapend zijn. Ze keren terug.
Vanaf die dag werkt de ene helft aan de muur, de andere helft staat klaar om de vijanden af te weren.
De bouwers, de lastdragers, degenen die de stenen opstapelen zijn met een hand aan het werk en in hun andere hand het geweer. Een man heeft de bazuin. Als de bazuin gehoord wordt, gaan ze naar die plaats om te verzamelen en dan zal God voor strijden. Dag en nacht wordt er gewaakt. 
De muur wordt gebouwd en komt klaar. De vijanden zijn verbijsterd, verbaasd. Ze merken dat het werk door God gedaan is.
Kern 2 ( evt kan je hier ook een aparte les van maken) 
Ook op ons komen er soms veel verkeerde dingen af. Bijvoorbeeld :
* Stop maar met je best doen om God te dienen.
* Bidden helpt niet...
* Je mag best lelijk doen tegen een ander...
Hoe kunnen wij ons daar tegen wapenen?
In Efeze 6:10-20 staat dat we de geestelijke wapenrusting aan moeten doen. Dan kunnen we stand houden! 
* De gordel van de waarheid = Gods Woord is de waarheid.
* Het borstwapen der gerechtigheid = De Heere Jezus heeft de straf voor ons gedragen. Hij is in onze plaats gedood. Daarom is het weer RECHT tussen God en ons.
* Voeten bereid om het evangelie te brengen : Je wil graag aan anderen vertellen hoe goed God is.
* Schild van het geloof : Het geloof beschermd ons. Het houdt de vijanden tegen. 
* Helm der zaligheid : Je gedachten weten dat God je verlost van je zonden.
* Zwaard van de Geest, Gods Woord : lees je Bijbel en stuur de verkeerde gedachten weg.
Bid en waak! Bidt ook voor elkaar.

Verwerking
Maak een kleurplaat van de verschillende onderdelen van de wapenrusting. 

Zing het lied :

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

En toen... Goede voornemens ( Bijbelmoment 8)

De vorige keer leerden we om te kijken wat er in onze schatkist kwam. David liet verkeerde dingen toe. Ook het volk Israël had verkeerde din...